U bent hier
Zorg en hulp moeten toegankelijk én betaalbaar blijven voor iedereen
Maandag werd in de pers aangekondigd dat de Vlaamse regering de OCMW’s in 2019 wil integreren in de gemeentelijke werking. Als voormalig OCMW-raadslid en huidig gemeenteraadslid in Overijse wilde ik natuurlijk meteen het fijne weten van de conceptnota aan de Vlaamse regering van Liesbeth Homans. “Wil men effectief de OCMW’s afschaffen? Gaan woonzorgcentra nu bijna automatisch 20% duurder worden?”, zoals Bruno Tobback in de pers liet optekenen? “Onmogelijk” was mijn eerste reflex…
Samenwerken loont
Het is een open deur intrappen door te stellen dat er heel wat gelijkaardige ondersteunende functies zowel bij een OCMW als bij de gemeente bestaan. Het gaat over boekhouding, IT, personeeldienst, secretariaat enz. Het is dan ook evident deze functies te bundelen, werkwijzen te vergelijken en te leren uit elkaars sterke punten. Aankoopsynergieën door volumes te combineren zijn evident, maar niet over de hele lijn mogelijk (bv. materiaal voor woonzorgcentra zal de gemeente niet nodig hebben). Uit de conceptnota kunnen we afleiden dat de bestaande statuten nu al grotendeels tussen gemeente en OCMW’s gealigneerd zijn en hier dus zeer weinig aan zal veranderen voor de werknemers.
Ook voor Overijse is een samenwerking tussen het OCMW en de gemeente gunstig. Papier, energie (gas en elektriciteit) worden bijvoorbeeld reeds samen aangekocht. Recent leverde de gezamenlijke aanbesteding van de verzekeringen nog meer dan 30% besparing op.
Daarnaast zou een samenwerking en de gezamenlijke aankoop van materiaal en diensten tussen de OCMW-woonzorgcentra van de Druivenstreek ook daar besparingen kunnen opleveren. Vanuit economisch standpunt is het een “no brainer” om samenwerkingsverbanden op te zoeken en de schaal te vergroten, zowel op gemeentelijk vlak als tussen OCMW’s onderling. Door de hele structuur van het OCMW in de gemeentelijke werking in te bedden, zal de samenwerking met andere OCMW’s misschien moeilijker worden en zullen nieuwe intergemeentelijke samenwerkingsverbanden de structuren opnieuw “vertroebelen”. Dit vormt mijn inziens de grootste uitdaging voor de toekomst wanneer deze conceptnota werkelijkheid wordt!
Maar wat dan met de OCMW-autonomie & de privacy van de cliënten?
Vandaag worden de persoonlijke dossiers van de cliënten van het OCMW confidentieel behandeld door een politiek samengesteld orgaan, nl. het ‘Bijzonder comité van de sociale dienst’. De aangeduide raadsleden van het OCMW beslissen over de toekenning van steun, op basis van de door de OCMW-administratie voorbereide dossiers en rekening houdend met het beleid dat men wil voeren. Er is geen enkele objectieve reden om te denken dat de huidige leden van dit comité dit beter zouden kunnen dan de leden van een commissie die door de gemeenteraad wordt aangesteld. Het wordt een uitdaging voor elk gemeentebestuur om voldoende enthousiaste en competente mensen aan te duiden voor dit comité. De conceptnota voorziet dat dergelijk comité kan worden samengesteld met experts in het domein, wat het beslissingsproces over individuele dossiers enkel ten goede kan komen. Het besluitvormingsproces hoeft met deze opzet in tegenstelling tot de beweringen van de heer Defauw, OCMW-voorzitter van Brugge, echt niet langer te duren.
Politieke prijs?
Het grote voordeel van deze “inkanteling” is natuurlijk dat het budget voor sociaal beleid en de implementatie ervan in dezelfde handen terechtkomen. Conflictsituaties, waarbij OCMW-raad en gemeenteraad er andere meningen op nahouden en waarbij eventueel lokale partijvoorzitters de politieke plooien moeten komen gladstrijken, worden volledig vermeden. Natuurlijk is het financieel meegenomen dat de “postjes” van de OCMW-raad vervallen, maar dit heeft slechts een marginale budgettaire impact. In Overijse krijgen de 11 raadsleden op basis van 10 vergaderingen per jaar, allen samen, een vergoeding van ongeveer 16.500 euro. In het perspectief van een jaarlijks budget van meer dan 9 miljoen euro gaat het over minder dan 0,15%.
Vandaag is de voorzitter van de OCMW-raad al lid van het college van burgemeester en schepenen, dus ook hier vinden we niet meteen een grote verandering. Door het OCMW echter onder het gemeentebestuur te laten vallen is het wel evident dat andere sociale zaken zoals seniorenbeleid, gezondheidszorg, welzijn en jeugdzorg als één geheel kunnen worden opgevat en een echt geïntegreerd sociaal beleid mogelijk wordt!
Worden de woonzorgcentra dan 20% duurder?
“We vrezen dat lokale bijstand, woonzorgcentra en ziekenzorg, die nu worden gestuurd door de OCMW’s, niet meer toegankelijk en betaalbaar zullen zijn voor iedereen. … Het maakt de weg immers helemaal vrij voor zuiver commerciële bedrijven op de lokale markt. Die zijn logischerwijze enkel gedreven door winstbejag en wie kan hen dat kwalijk nemen?”, laat Bruno Tobback optekenen.
De stemmingmakerij van de heer Tobback rond de prijs en toegankelijkheid van de OCMW-diensten is gestoeld ofwel op onwetendheid ofwel volledig gedreven door politieke doeleinden. De prijzen en toegankelijkheid van de OCMW-diensten staan natuurlijk volledig los van de voorgestelde hervorming. De centen voor het gevoerde sociaal beleid komen vandaag - en ook in de toekomst - uit dezelfde gemeentelijke pot. Overijse voert vandaag al een duidelijk beleid in haar OCMW, waarbij de diensten competitief, maar niet onder de kostprijs, aangeboden worden. Daar waar cliënten niet over de noodzakelijke financiële middelen beschikken, wordt een tegemoetkoming gedaan in de prijs. Dit geldt onder andere voor residenten van het OCMW-woonzorgcentrum, maar evengoed voor Overijsese bewoners van de privérusthuizen. Geen vriendjespolitiek, maar een sociaal onderzoek naar de financiële draagkracht van de cliënt door de maatschappelijk assistenten van de sociale dienst bepaalt of een cliënt recht heeft op deze financiële tussenkomst en wat de grootte ervan is. Op deze manier geven we de garantie dat de gemeentelijke middelen voor het sociaal beleid terechtkomen bij hen die het echt nodig hebben! Met dezelfde centen en hetzelfde gemeentelijk sociaal beleid is er dus geen enkele reden waarom de prijzen met 20% de hoogte in zouden gaan!
De toegankelijkheid van de diensten die vandaag door het OCMW worden aangeboden, kan er met de integratie zelfs wel bij varen. De drempel, die toch nog voor velen geldt, om bij het OCMW aan te kloppen voor hulp valt weg. Het geïntegreerd sociaal loket van de gemeente bezoeken moet net hetzelfde aanvoelen als bij de gemeente aankloppen voor een bouwvergunning of nieuwe reispas!
Onmogelijk
Moeten we van deze hervorming grootse veranderingen verwachten op het werkveld in 2019? Mijn inziens niet. De grootste veranderingen situeren zich in de praktische organisatie achter de schermen voor de burger. Meer samenwerking moet het mogelijk maken de middelen die de gemeenten voor sociaal beleid reserveren, zo efficiënt mogelijk in te zetten. Het toekomstig gevoerde sociaal beleid zal beter geïntegreerd en allesomvattend gevoerd kunnen worden. “Onmogelijk” was mijn eerste reflex wanneer ik de reactie van Sp.a las … en dat was een juist aanvoelen.
Stefan Vanderlinden
Stefan Vanderlinden is gemeenteraadslid voor OV2002-N-VA in Overijse en fractieleider voor
OV2002-N-VA-CD&V en schreef deze bijdrage volledig in eigen naam.