U bent hier
Een avond bij het FDF in Lasne ...
Een avondje als mol bij het FDF leverde mij enkele nieuwe inzichten op. Zij zijn niet allemaal even goed ingelicht, maar hun visie wou ik jullie niet ontnemen. Ik bezorg jullie hier mijn relaas van donderdag 16 juni 2011 in La Tartine te Lasne. Ik vond het alvast een leerrijke avond om het FDF beter te begrijpen als bange Franstalige dat hunkert naar territorium.
Opweg naar het werk donderdag 9 juni 2011 ontvang ik een uitnodiging om te gaan luisteren naar Eric Libert over BHV en de toekomst van België. Ik heb deze uitnodiging aanvaard en ben als mol gaan luisteren naar het Franstalige verhaal over BHV. Deze gezellige avond ging door in een zaaltje te Lasne en de opkomst was een 35-tal aanwezigen inclusief deze mol en een vriendin. Vanaf dan zou onze avond, ook onder elkaar, in het Frans verlopen.
De spreker van de avond begon zijn betoog over een uiteenzetting over BHV. Al snel kwamen de straffe uitspraken achter elkaar. Het grondwettelijkhof heeft immers niet gesteld dat BHV gesplitst moet worden. Mits een goede motivatie kan deze kieskring behouden blijven, alleen vindt hij het spijtig dat er geen enkele Vlaamse partij deze motivatie wenst te stemmen in het parlement, waardoor het geen meerderheid heeft. De ware toedracht waarom ze geen splitsing van BHV willen is dat ze nog altijd geloven in één groot Brussel verhaal met de 54 gemeenten van Brussel en Halle-Vilvoorde als stedelijk gewest. Volgens hem is een bestuurlijke fusie van Brussel met 90% Franstalige met Halle-Vilvoorde dat 25% Franstalige telt de beste oplossing. De Vlamingen zouden in dit verhaal geen garantie meer nodig hebben. Hij vergeet wel te vertellen dat in dit scenario Brussel, Halle-Vilvoorde volledig overspoelt qua bestuurlijk beleid. Voor hem zal de splitsing ook beteken dat ze geen 3 Franstalige vertegenwoordigers meer gaan kunnen hebben uit de rand, de nodige Brusselse stemmen om hen te verkiezen zullen ze immers niet meer hebben.
Voor het vervolg van zijn betoog legt hij de zaal ook uit over de twee nationalismen in België. Je hebt het Vlaamse dat ‘rechts’ is, gebaseerd op het territorium en steun heeft in alle Vlaamse partijen en somt ze op: N-VA, Open VLD, CD&V, LDD, SP.A en zelfs GROEN!. Aan de andere kant heb je het Belgisch nationalisme dat steun heeft bij de Franstalige partijen en dat bovendien werd aangeleerd bij zijn generatie door de legerdienst (sic.), respect voor het volkslied, de driekleur, … Dit wordt aangevuld met de Franstalige eis van het individu om altijd en overal zijn te taal te mogen spreken ook in bestuurzaken. Eenmaal dit geduid, gaat hij verder over het nut om BHV niet te splitsen en Brussel uit te breiden. Het gevaar van het Vlaams nationalisme illustreert hij met het Waals immertie onderwijs dat volgens hem een uitvinding is van de Vlamingen om de rand te vervlaamsen. Ik wist niet dat wij vanuit Vlaanderen het immertie onderwijs subsidieerden, laat staan dat wij het organiseerden. Ook dreigt hij ermee dat Vlaanderen het Franstalig onderwijs in de 6 zal afbouwen bij een onafhankelijk Vlaanderen. Ik zal mijn N-VA programma nog eens doornemen, maar ik herinner met niets hiervan in ons programma. Ook beweert hij dat we niet enkel nu, maar ook nooit de EU-verdragen van de minderheid gaan goedkeuren. We zijn immers voor 1 land, 1 taal en 1 staat. Het EU-verdrag nu goedkeuren zou voor hem voordelen hebben om Franstalige scholen in Oostende op te richten of Nederlandstalige in Aarlen. Want anders dreigt de Vlaamse onafhankelijkheid en zouden de Franstalige terug naar Brussel moeten verhuizen. Dit bewijst nogmaals hoe zij over EU-minderheden verdrag denken, over de Vlamingen denken en hoe ze weer eens het N-VA programma niet kennen.
Blijvend herhalen dat ze geen splitsing van de kieskring willen, begint hij over de ‘corridor’. Het klonk alsof ze enkel bezig zijn over de splitsing van Vlaanderen tegenover Brussel en Wallonië. Vanuit de schrik om Brussel te verliezen vertelt hij objectief dat internationaal nieuwe staatsgrenzen erkend worden op basis van bestaande bestuursgrenzen. Duidelijk is hij als hij vertelt dat de taalgrens zo’n bestuursgrens is dat een staatsgrens kan worden. In alle overtuiging en schrik dat de staatgrenzen in Europa gesloten grenzen zijn met bewaking, prikkeldraad en visumverplichtingen eist hij een corridor van Brussel naar Wallonië. ‘Zijn’ Sint-Genesius-Rode zou hiervoor de geschikte gemeente zijn. Een dame in de zaal vroeg zelfs Overijse en Hoeilaart toe te voegen aan de corridor, maar dit vond hij net teveel. Net zoals de vraag van dezelfde dame om Zaventem luchthaven toe te voegen aan het Brussels gewest. De corridor hebben ze nodig om Brussel niet te verliezen bij een toekomstige onafhankelijkheid van Brussel en Wallonië. Want hoe raar het ook klinkt, hij gelooft in een onafhankelijke federatie Wallo-Brux. Door het toepassen van de EU-Verdragen dat je je belastingen betaalt op de plaats van tewerkstelling zal Brussel immers heel rijk worden en genoeg geld hebben om Wallonië te voorzien van ‘transfers’. Hij spreekt van 20miljard inkomsten voor Brussel in dit scenario. Hij gelooft in de socio-economische kracht van een onafhankelijke federatie Wallo-Brux.
De belangrijkste voorwaarde voor dit scenario is natuurlijk de corridor, maar ook andere elementen wensen ze tegen te houden. Ze zijn geen voorstander van de bestuurlijke fusie van de 19 Brusselse gemeenten omdat Vlaanderen dan maar 1 stad hoeft te claimen bij zijn onafhankelijkheid in plaats van 19, zeker als deze zonder corridor ingesloten is. Hierop verder bouwend is hij ook geen voorstander van een splitsing van België want Brussel zal geen Hoofdstedelijke gewest meer zijn, maar gewoon een stad ingesloten in Vlaanderen. Wat zou Brussel immers zijn zonder de Europese Commissie, het Europees parlement, de NAVO, …. Brussel beheren door de EU na de Vlaamse onafhankelijkheid zien ze ook niet zitten. Dit komt immers overeen met een ‘cogestion’ en dan zouden de Vlamingen te veel hun mening opleggen.
Deze avond illustreert de grote tegenstelling dat ze altijd opkomen voor de individuele rechten van de persoon om in alle vrijheid zijn taal te spreken en te gebruiken in bestuurszaken, maar tegelijk hun honger om het territorium denken van de Vlamingen aan te vallen als discriminerend, egoïstisch en zo veel meer. In hun verhaal vergeten ze wel dat ze in hun eerste oproep grond vragen om deze toe te voegen aan hun federatie Wallo-Brux, wie denkt er hier aan de uitbreiding van zijn ‘grond’?
Als afsluiter bezorg ik nog twee stellingen uitgesproken door het aanwezige publiek:
“De moslims in het Nederlandstalig onderwijs zijn een bedreiging voor Brussel.”
“Een verplichting inburgering is de problemen van inburgering afwentelen op Wallonië en Brussel.”(Damien Thierry)
Joris Kelchtermans
OCMW-raadslid